top of page
Foto van schrijverAnnelies Vanbelle

Clara-Lane Lens, de onpeilbare wereld achter een blik




Een zweem van melancholie in haar ogen. Slechts een zweem. Vreemd voor zo’n jonge kunstenares, wier toekomst er veelbelovend uitziet en voor wie alles nog mogelijk is. Haar laatste masterjaar Schilderkunst zit er bijna op, daarna droomt ze ervan te gaan studeren in Duitsland. Ze werd her en der opgepikt als een van de aanstormende nieuwe meesters, en sprong in het oog met haar expo ‘Genderless’ afgelopen jaar in Brussel.


Onze ontmoeting, ergens op de zolder van de Gentse LUCA School of Arts, is warm en hartelijk. Ze serveert hete thee en troont ons mee naar haar geïmproviseerde atelier. Hier werkt ze altijd, en in een pijlsnel tempo, thuis komen de penselen niet boven. “Mensen vinden het vreemd dat ik zelden teken, maar ik laat de composities liever meteen ontstaan op doek, zodat ik zelf ook word verrast.”

Maar dus, die melancholie. Clara-Lane heeft iets tijdloos, een unieke charme die maakt dat ze in elk tijdvak boven the crowd zouuitbloeien. De romantische droefenis die haar jeugdige frisse verschijning doorsnijdt maakt haar intrigerend. “Ik ben inderdaad nogal melancholisch”, geeft ze toe, “ik heb nog nooit een blijmoedig gezicht geschilderd, ook al omdat dat technisch veel moeilijker is.”

Waar komt die melancholie vandaan? Is het heimwee, naar een pril verleden dat had kunnen zijn? Het dromen van een ander bestaan? Niet noodzakelijk beter, of leuker, gewoon anders. Het maakt haar tot wie ze is: iemand die bij voorkeur ook anders naar de wereld kijkt. Anders voelt. Anders denkt. Niet verbazend dat het gegeven androgynie haar als bij lichtinval heeft geïntrigeerd.

De schemerzone tussen het mannelijke en het vrouwelijke, en daar waar ze elkaar overlappen, is wat haar aandacht vasthoudt. “Ik vind dat mentaal en fysiek iets heel moois. Een vrouw in uitgesproken mannelijke kledij kan mij bijvoorbeeld enorm intrigeren”, bekent ze, “moeilijk te benoemen evenwel, waarom dit me zo boeit, daarom schilder ik het. Ik ben hier bijlange nog niet klaar mee, het is nog lang niet op.”

Androgynie, het is een beladen term. Heel actueel ook. Noch het een noch het andere zijn, en tevens beide tegelijk. Een ambiguïteit die revelerend is, die vastgeroeste aannames op losse schroeven zet, die duidt wat taboe is, maar juist moet worden onthuld om te worden gekend en begrepen. De scheidingslijn is subtiel, tussen wat wordt getoond en wat wordt verstaan. Tussen wat wordt aanvaard en wat wordt verworpen.

Clara-Lane gaat geen taboe uit de weg. Voor ze aan de reeks ‘Genderless’ begon schilderde ze vooral portretten. Maar na verloop van tijd vond ze dat het tijd werd zichzelf uit te dagen. “Ik was te braaf geworden, ik mocht mezelf dat niet toelaten, het mocht spannender worden.” Het maakt dat op haar soms expliciet seksueel getinte werken heel diverse en ook heftige reacties komen. “Al had ik dat zelf niet zo ingeschat toen ik eraan werkte, ik was gewoon geconcentreerd op het beeld, niet op het effect dat het zou sorteren. Ik besef wel dat dergelijke onderwerpen niet courant zijn bij een zo prestigieus medium als de schilderkunst, al is L’origine du mondebijvoorbeeld nog veel schaamtelozer. ”

Haar bedoeling was niet om te choqueren. Integendeel, ze wil de toeschouwer meeslepen in een al te intieme kijkervaring, van hem of haar welbewust een voyeur maken. Door perspectiefkeuze, of door de keuze van het decor, maakt ze de kijker getuige van een situatie waar hij of zij eigenlijk geen deel mag van uitmaken. Ze nodigt je uit naar plekken waar mensen op hun fragielste zijn en normaal gezien niet worden bekeken. De badkamer, of de intimiteit van de slaapkamer. Sommige schilderijen ogen kil en klinisch, andere doopt ze in een warm coloriet van sterk verdunde olieverf, zodat het onbehagen haast geborgenheid wordt.

Haar creatieve voedingsbodem vindt ze in haar onmiddellijke omgeving. Soms hapert haar blik aan toevallige passanten, wier blik of houding haar op een bepaalde manier aanspreken. Intrigeren. Het is de weemoed die ze zelf meedraagt, die ze weerspiegeld wil zien in haar modellen en doelbewust opzoekt. Altijd kijkt ze naar de wereld doorheen die zelfgecreëerde filter, overal ziet ze wandelende schilderijen, de gedragingen van de mensen om haar heen vertalen zich als vanzelf in verf, “heel vermoeiend”, verzucht ze.

Nu en dan vergist ze zich en klikt het niet, loopt het niet de richting uit die de ogen van het potentiële model hadden geïnsinueerd. Aangezien ze met deze mensen een lange weg wil gaan, is de mentale klik heel belangrijk. “Dat is nodig”, zegt ze, “aangezien ik ze lang en nauwgezet moet schilderen.” Ze schept beelden vanuit foto’s die ze maakt, zonder ze noodzakelijkerwijs te reproduceren. De beelden zijn projecties van een innerlijke denkwereld, of misschien een denkbeeldige wereld, die moeilijk te ontsluiten valt, hoe graag en gretig ze er ook over vertelt.

Altijd keert ze terug naar de kern van haar werk: de blik. De ogen vertellen wat de mond niet kan. Automatisch gaat haar aandacht, en die van de kijker, naar de emoties die schuilgaan achter de intensiteit van de ogen. Het is het epicentrum van elk werk, de achtergrond verdwijnt in irrelevantie. De contouren van de hoofden blijven vaag, of gebrekkig. Centraal staan de ogen van haar modellen, die hun verhaal vertellen, maar meer nog misschien dat van Clara-Lane Lens zelf. Hoewel dit voor de kijker altijd onpeilbaar terrein zal blijven.


Deze tekst verscheen eerder op TheArtCouch en werd geschreven in samenwerking met co-hoofdredacteur Frederic De Meyer.


Foto Francis Vanhee

Comments


bottom of page